Wat zijn de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen ?

PDF Versie hier beschikbaar

De Agenda 2030 van de VN – of Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling – werd op 25 september 2015 door alle VN-lidstaten, inclusief België, in New York goedgekeurd. Dit programma en zijn 17 doelstellingen voor duurzame ontwikkeling (SDG’s) is het resultaat van een lang participatief proces op internationaal niveau:

In 1992 heeft de Conferentie van Rio het begrip duurzame ontwikkeling officieel aanvaard, in 1987 gedefinieerd in het rapport van de Commissie Bruntlandt: “Duurzame ontwikkeling is een ontwikkelingswijze die voldoet aan de behoeften van de huidige generaties zonder het vermogen van toekomstige generaties in gevaar te brengen. om in hun eigen behoeften te voorzien. Twee concepten zijn inherent aan dit begrip: het concept van ‘behoeften’, en meer in het bijzonder de basisbehoeften van de armsten, die de hoogste prioriteit moeten krijgen, en de idee van begrenzing die de huidige staat van onze technieken en onze sociale organisatie oplegt aan de capaciteiten van het milieu. om aan de huidige en toekomstige behoeften te voldoen.” [1]

Tussen 2000 en 2015, waren de 8 Millennium Development Goals (MDG’s, Millenium Ontwikkelingsdoelstellingen) [2] gericht op het verminderen van extreme armoede, vooral in het zuiden.

●  2012, bij Rio+20, begon de internationale gemeenschap de balans op te maken van deze MDG’s en zich een vervolg in te beelden: objectieven voor 2030, vollediger en universeler om alle VN-lidstaten te betrekken, met erkenning van hun gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden.

In september 2015 hebben de lidstaten de 17 Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen aanvaard tijdens de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York. Sindsdien komen elk jaar in juli afgevaardigden van de ondertekenende staten bijeen in New York onder leiding van het High Level Political Forum (HLPF), om de implementatie van de SDG’s te evalueren. Sommigen stellen hun “vrijwillig nationaal rapport” voor,  zoals België in 2017, na een raadpleging waarbij de verschillende deelstaten en het maatschappelijk middenveld betrokken waren.

Wie implementeert de Duurzame Ontwikkelingsdoelen in België?

Iedereen kan bijdragen tot het bereiken van de SDG’s. Maar het is belangrijk dat de inspanningen van individuen en gemeenschappen worden overlegd, gecoördineerd en gevaloriseerd vertrekkend van lokaal tot het hoogste niveau. Hoe hebben we ons georganiseerd in België ?

Maatschappelijk middenveld

Het maatschappelijk middenveld, dat betekent, in de eerste plaats, jij, als burger, in het kader van je werk of andere activiteiten. Om je beter te vertegenwoordigen, is het verenigingsleven georganiseerd in platforms. In België brengt Perspectief 2030 Nederlandse en Franstalige NGO’s en vakbonden samen om de SDG’s op te volgen. Associations21 (Franstalige verenigingen die zich inzetten voor duurzame ontwikkeling) maakt hier deel van uit en vormt de brug tussen de belangenbehartiging van Perspectief 2030 en de animaties van FOCUS 2030. In de rubriek pleidooi http://www.focus2030.be/pleidooi/ kunnen animatoren en leerkrachten de standpunten vinden van de verenigingen.

Kleur bekennen en alle NGO’s actief in opvoeding tot mondiaal burgerschap, schrijven zich eveneens daarin in.

The Shift verenigt Belgische bedrijven, verenigingen en academische instellingen om de overgang naar een meer duurzame samenleving en economie te stimuleren.

Overheidsinstanties

Elk niveau is verantwoordelijk voor het leveren van een bijdrage aan een duurzame ontwikkeling. Op nationaal niveau wordt de implementatie van de 17 SDG’s in België verzekerd door de federale overheidsdiensten, bij wet van 5 mei 1997 belast met de coördinatie van het federale beleid voor duurzame ontwikkeling (SD).

  • IMCDO   De Interministeriële Conferentie voor Duurzame Ontwikkeling coördineert de dialoog en samenwerking tussen federale ministers en deelstaten over SD-kwesties.
  • ICDO   De Interdepartementale Commissie voor Duurzame Ontwikkeling brengt vertegenwoordigers van federale en regionale administraties samen, verantwoordelijk voor het ontwikkelen, implementeren, voeden en evalueren van het federaal SD-beleid.
  • Federaal Planbureau : ontwikkelt plannen en rapporten rond DD.
  • FRDO   In de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling plegen sociale partners (bedrijven, vakbonden, ontwikkelings- en milieu-ngo’s) overleg en formuleren adviezen over het beleid inzake duurzame ontwikkeling.
  • De FIDO (Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling) is de administratie die de Belgische federale overheid bijstaat voor de uitwerking en uitvoering van beleidskeuzes op het gebied van duurzame ontwikkeling.
  • De “coormulti” (multilaterale coördinaties) georganiseerd door de FOD Buitenlandse Zaken bereiden de interventies van België voor op de HLPF of in andere internationale organen.

 Gewesten : 

Politieke uitdagingen van de SDG’s

De Sustainable Development Goals heten voortaan ‘ Global Goals, en niet langer ‘ ‘Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen’, teneinde gemakkelijker door een breed publiek te worden begrepen.

Het maatschappelijk middenveld ondersteunt deze visie, maar wijst tegeljik op de transformerende ambitie in de titel zelf van het programma voor duurzame ontwikkeling voor 2030, “Transforming Our World” [4] . Deze ambitie mag niet vergeten worden achter de “greenwassing “.

Het maatschappelijk middenveld onderstreept ook de tegenstellingen en conflicten, die schuilgaan achter de SDG’s, gezien de drastische maatregelen die nodig zijn om deze tegen 2030 te bereiken:

  • Een absolute vermindering van de ongelijkheid en een betere sociale rechtvaardigheid, verzekerd in de verschillende domeinen van het overheidsbeleid (sociale zekerheid, justitie, belastingen, opvoeding en onderwijs, gezondheid, onthaal van alle bevolkingsgroepen …): de rijkste mensen delen niet graag!
  • Een verandering in het paradigma van de economische groei, teneinde de grenzen van de ecosystemen te respecteren : dit is nog lang niet het dominante discours!
  • Desinvestering uit fossiele energie, zachte mobiliteit, beperking van overconsumptie, bescherming van de biodiversitei …: wie heeft de politieke moed om dit te doen? En jullie, burger, steunen jullie beslissingen en verwezenlijkingen in deze zin?

Zelfs als we het niet volkomen eens zijn met de formuleringen van de 17 SDG’s en hun 169 subdoelstellingen en implementatiemiddelen, mogen we niet vergeten dat ze het resultaat zijn van een internationale consensus en een systemische en transversale analyse toelaten, toegankelijk voor iedereen.

In de preambule van de verklaring die de 17 SDG’s inleidt in het Programma voor Duurzame ontwikkeling, gericht op 2030, zijn er niet enkel meer de 3 P’s (people, planet, prosperity) maar 5 P’s, met “peace” en “partnership”. Inderdaad, geen duurzame ontwikkeling zonder vrede, en om dit te bereiken, zijn partnerschappen essentieel. In welke vorm en onder welke voorwaarden?

De verklaring aangenomen door de Verenigde Naties wijst alvast op een voorwaarde sine qua non: “niemand achterlaten”…